In de NRC van 10 december 2013 stond een ingezonden brief. “Pleidooi voor digitale grondrechten. Stellingname voor democratie in het digitale tijdperk”. Ondertekend door 562 auteurs en kunstenaars, vijf Nobelprijswinnaars uit ruim 80 landen.
Hun pleidooi sluit aan op het artikel dat Harrie van Houtum en ik recent in de Informatie hebben gepubliceerd. De essentie daarvan is dat er een tweespalt aan het ontstaan is. Internetbedrijven en overheden verzamelen en bekijken al onze data. Dat biedt enerzijds geweldige kansen en mogelijkheden tot nieuwe kennis en diensten. Maar anderzijds is de privacy steeds verder zoek en worden we ook digitaal kwetsbaarder. De auteurs van de ingezonden brief stellen dat de democratische grondrechten van mensen in de digitale wereld geschonden worden: “In hun gedachten en in hun persoonlijke omgevingen en communicaties hebben alle mensen het recht om niet te worden geobserveerd”. De tekst luidt verder:
“We eisen voor alle mensen het recht om te bepalen, als democratische burgers, in welke mate hun persoonlijke data legaal kunnen worden verzameld, opgeslagen en bewerkt en door wie; om informatie te krijgen waar hun data wordt opgeslagen en hoe ze worden gebruikt; om de data uit te kunnen wissen als ze illegaal verzameld en opgeslagen zijn.
We roepen alle staten en bedrijven op om voor deze rechten op te staan en om ze te verdedigen.
We roepen de VN op om het centrale belang van bescherming van burgerrechten in het digitale tijdperk te erkennen en om een Verklaring van Internationale Digitale Grondrechten op te stellen”.
We roepen regeringen op om een dergelijk conventie te tekenen en na te volgen. “
De affaires met inlichtingendiensten leiden inmiddels tot discussies die het belang van bovenstaande onderstrepen. Tijd voor een brede maatschappelijke discussie! Een duurzame digitale beweging impliceert dat we de principes van onze democratie en de rechtstaat een plek moeten geven in de digitale wereld. Niet op dezelfde manier als in de echte wereld, maar op een nieuwe manier.